Algemene uitkering

De berekening van de algemene uitkering is gebaseerd op de Meicirculaire 2022. Voor een beter overzicht is het verloop inzichtelijk gemaakt vanaf de ramingen uit de begroting 2022.

De maatstaven zijn overgenomen van de laatste specificatie aangevuld met de aantallen woningen en inwoners zoals vermeld bij de uitgangspunten in de Kadernota 2023. Voor de gevolgen van de herverdeling is een aparte paragraaf opgenomen. Onder het overzicht wordt per mutatie een toelichting gegeven.

Ontwikkeling Algemene uitkering (AU)

2023

2024

2025

2026

Stand Primitieve begroting 2022
(o.b.v. Meicirculaire 2021)

48.340

48.815

49.745

50.320

Totaal mutatie Septembercirculaire 2021

1.085

1.100

1.235

1.335

Stand Septembercirculaire 2021

49.425

49.915

50.980

51.655

Totaal mutatie Decembercirculaire 2021

270

265

270

285

Stand Decembercirculaire 2021

49.695

50.180

51.250

51.940

Totaal mutatie Kadernota 2023 (aanpassen maatstaven)

-255

-250

-290

-290

Stand Kadernota 2023

49.440

49.930

50.960

51.650

Meicirculaire 2022

Overig

Suppletie-uitkering Herverdeeleffect 2023

3.495

3.260

2.950

2.950

Herverdeeleffect bruto

-3.655

-3.655

-3.655

-3.655

Uitkeringsfactor

Accresontwikkeling

3.870

6.420

8.185

4.460

Opschalingskorting schrappen in 2023 t/m 2025

605

830

1.060

Nominale ontwikkeling in de meicirculaire 2022 (verleggen basisjaar)

880

900

910

920

Nominale ontwikkeling in de meicirculaire 2022 vanaf 2023

1.455

765

-30

-575

Volkshuisvestingsfonds, uitname accres

-230

-235

-235

Woningbouwimpuls, uitname accres

-150

-155

-160

Overige ontwikkelingen uitkeringsfactor

25

-65

10

-15

Ontwikkeling uitkeringsbasis

Hoeveelheidsverschillen door actualisatie maatstaven

-260

-270

-275

Taakmutaties

Inburgering: leerbaarheidstoets

10

10

10

10

Participatie: loon- en prijsbijstelling 2022

5

5

5

5

Voogdij 18+: loon- en prijsbijstelling 2022

25

25

25

25

Valpreventie bij ouderen (Regeerakkoord)

-10

-10

-10

-10

Versterking dienstverlening gemeenten: Systeemleren

10

10

10

10

Jeugdzorg (Regeerakkoord)

1.480

Eigen bijdrage huishoudelijke hulp (Regeerakkoord)

-65

-65

IU/DU/SU

Armoedebestrijding kinderen (DU)

10

10

10

10

Extra capaciteit BOA’s

35

35

35

35

WOZ

WOZ-waarden mutaties

-365

-370

-375

-515

WOZ waardering en aanpassing rekentarieven 2023

495

510

525

540

Stelposten

Budget jeugdzorg

-1.500

-355

-335

-235

Mutatie Meicirculaire

6.230

7.665

8.595

3.895

Totaal algemene uitkering Begroting 2022

55.670

57.595

59.555

55.545

Accresontwikkeling

Via de normeringssystematiek ‘samen trap op en samen de trap af’ wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds geïndexeerd, ook wel het accres genoemd. In de Meicirculaire 2022 zijn de accressen vanaf 2022 bijgewerkt. Voor alle jaren vanaf 2022 is sprake van een forse opwaartse bijstelling van het accres. De accressen zijn hoger dan aangekondigd in de voorgaande circulaires en ook hoger dan aangekondigd in de startnota van het kabinet. In de jaren 2022 tot en met 2025 zijn de hogere accressen het gevolg van extra rijksuitgaven voor vennootschapsbelasting (Vpb), koppeling AOW aan stapsgewijze verhoging wettelijk minimumloon (WML), inkomensbelasting Box 3 en defensie-uitgaven. Ook is het accres opwaarts bijgesteld als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling dan tot nu toe aangenomen.

Het accres is te splitsen in een nominaal deel en een reëel deel. Het nominale deel betreft met name compensatie als gevolg van stijgingen door loon- en prijsontwikkelingen, waardoor gemeenten in staat zijn  hun taken te kunnen blijven bekostigen. Het reële deel betreft de compensatie voor de volume ontwikkeling en de uitkomst van de normeringssystematiek ‘trap op/trap af’. Het reële deel is daarmee eigenlijk de netto koopkracht van de gemeente.

Opschalingskorting

Sinds 2015 worden gemeenten geconfronteerd met een korting op het gemeentefonds, die oploopt tot € 975 miljoen in 2025. Deze opschalingskorting was opgelegd omdat gemeenten door gedwongen opschaling kosten kunnen besparen (100.000+ gemeenten). Er kan dan efficiënter worden gewerkt waardoor er minder geld naar het Gemeentefonds toe hoeft (opschalingskorting). Het kabinet heeft besloten deze kabinetsperiode voor zowel gemeenten als provincies de oploop van de opschalingskorting te schrappen voor de periode 2022 tot en met 2025. Voor 2022 was de oploop van de opschalingskorting voor gemeenten al geschrapt. Vooralsnog komt de volledige opschalingskorting (ad. € 975 mln.) in 2026 weer in volle omvang terug in het gemeentefonds. Voor Diemen is dat jaarlijks ongeveer € 0,9 miljoen.

Nominale ontwikkeling accres

De gemeente raamt tegen constante prijzen met een eenmalige index voor 2023. De lopende prijsindexering vanaf 2024 wordt gecorrigeerd, waardoor de uitkering lager wordt. Daarnaast zijn, zoals bij het onderdeel over Herijking gemeentefonds staat aangegeven, de overige effecten van de herverdeling gemeentefonds in deze post betrokken, een exacte uitsplitsing is niet te maken.

Uitname Volkshuisvestingsfonds en Woningbouwimpuls

In het Coalitieakkoord zijn middelen voor de Volkshuisvesting (4 x € 150 miljoen) en Woningbouwimpuls (4 x € 100 miljoen) opgenomen. Deze middelen worden voor de jaren 2023 tot en met 2025 onttrokken aan het voor die jaren gereserveerde accres. De uitkering zal plaatsvinden via afzonderlijke Specifieke uitkeringen (SPUK), met bijbehorende verantwoordingvereisten welke via Single Information Single Audit (Sisa) bij de desbetreffende jaarrekeningen meeloopt. De bestaande regeling met betrekking woningbouwimpuls en het volkshuisvestingsfonds worden hiermee gecontinueerd.

Hoeveelheidsverschillen door actualisatie maatstaven

Aan de hand van de laatste specificatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en de aangeleverde maatstaven zijn een aantal maatstaven geactualiseerd of definitief bekend geworden.

Inburgering: leerbaarheidstoets 2023 en verder

De leerbaarheidstoets is onderdeel van de brede intake in de Wet inburgering. De leerbaarheidstoets heeft als doel om inzicht te geven in het niveau van de Nederlandse taal dat een inburgerings-plichtige kan bereiken gedurende de inburgeringstermijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets. Het bedrag voor 2022 wordt nog meegenomen in de afzonderlijke Integratie-uitkering.

Participatie en Voogdij 18+: Loon- en prijsontwikkeling

In de nieuwe verdeling van de algemene uitkering is de overheveling van de Integratie-uitkeringen Participatie (voor het onderdeel Nieuw Wajong  en Nieuw begeleiding), Voogdij 18+ en Inburgering meegenomen.  Voor 2022 wordt er enkel nog structureel loon- en prijsontwikkeling toegevoegd. Vanaf 2023 loopt deze mee in de reguliere berekening van de algemene uitkering, waardoor deze meeloopt als onderdeel van het accres. Hierin is ook het nieuwe woonplaatsbeginsel meegenomen.

Valpreventie bij ouderen (Regeerakkoord)

Het kabinet heeft valpreventie, als kostenbesparende preventiemaatregel, in het Regeerakkoord opgenomen. Valpreventie draagt bij aan gezond ouder worden en leidt tot netto besparing. Er dient geïnvesteerd te worden in het opschalen van beweegprogramma’s, het uitvoeren van de multifactoriële interventie en de organisatie van opsporing en screening. De maatregelen die nodig zijn voor implementatie worden komende periode met alle relevante stakeholders, zo ook de gemeenten, uitgewerkt.

Versterking dienstverlening gemeenten: Systeemleren

In de reactie van het kabinet van 15 januari 2021 op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) is toegelicht dat naast de hersteloperatie voor getroffen ouders en kinderen, ook maatregelen nodig zijn die structureel tot brede verbeteringen in beleid en uitvoering moeten leiden. Onderdeel hiervan is het versterken van de dienstverlening bij alle onderdelen van de overheid, waaronder de gemeenten. Het kabinet heeft besloten voor het versterken van de dienstverlening bij gemeenten en het extra ondersteunen van mensen in kwetsbare posities voor de periode tot en met 2027 extra middelen beschikbaar te stellen. Deze bedragen zijn reeds verwerkt in de decembercirculaire 2021. In deze circulaire worden aanvullende middelen toegevoegd.

Jeugdzorg (Regeerakkoord)

De gemeenten krijgen in 2023 € 1.454 miljoen voor de compensatie van de tekorten binnen de Jeugdhulp. Dit is conform de reeks compensatiebedragen zoals opgenomen door de commissie van wijzen. De compensatie en de kortingen maken onderdeel uit van de hervormingsagenda Jeugd. Om de hervormingsagenda te bekostigen wordt eerst een bedrag van € 9 miljoen van dit bedrag afgehaald. Het kabinet gaat de komende tijd met gemeenten en andere relevante partijen verder in gesprek over deze Hervormingsagenda Jeugd, die moet bestaan uit een combinatie van een set van maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd. Door het definitief worden van de compensatie 2023 kan de eerder opgenomen stelpost van € 1,5 miljoen. komen te vervallen. Vooralsnog blijft voor de jaren 2024 en verder de eerdere werkwijze in stand van het maximaal 75% opnemen van de bedragen zoals opgenomen in de tabel van de Commissie van Wijzen, conform de afspraken met de toezichthouder. Wel zijn de bedragen gecorrigeerd als gevolg van herverdeeleffecten.

Eigen bijdrage huishoudelijke hulp (Regeerakkoord)

In het Regeerakkoord is opgenomen dat dit kabinet werkt aan een aanpassing van de eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp in de Wmo. De komende periode wordt deze maatregel met cliënten, gemeenten en het Centraal Administratie Kantoor (CAK) uitgewerkt. De maatregel vraagt een wetswijziging en vergt een aanzienlijke implementatietijd waardoor de beoogde datum van inwerkingtreding op 1 januari 2025 is gesteld. De aanpassing dient vanaf 2025 te leiden tot een taakstellende besparing van € 95 miljoen. De algemene uitkering wordt vanaf 2025 met dit bedrag verlaagd. Eventueel kan voor de verlaging een inkomstenpost binnen de WMO op te nemen, zodat deze budgetneutraal doorwerkt in de begroting.

Armoedebestrijding kinderen

Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de verdeling voor de gelden met betrekking tot armoedebestrijding. De middelen worden verdeeld op basis van CBS-gegevens over kinderen met een kans op armoede. De verdeling over de gemeenten voor 2023 en verder is gebaseerd op gegevens over het jaar 2019.

Extra capaciteit BOA’s

De Tweede Kamer heeft d.d. 23 september 2021 de motie Hermans c.s. aangenomen. Met deze motie, waarmee structureel € 200 miljoen is vrijgemaakt voor handhaving en veiligheid, is onder meer aan het kabinet de opdracht meegegeven om de capaciteit van (wijk)agenten en BOA’s in de openbare ruimte te vergroten. Van dit bedrag wordt structureel € 25 miljoen voor de BOA’s beschikbaar gesteld.

In de brief van d.d. 12 november 2021 aan de Tweede Kamer heeft de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) aangegeven op welke wijze hij deze € 25 miljoen wil inzetten. Naast onder meer € 5,5 miljoen voor de groene BOA en een bedrag voor de verdere professionalisering en een veilige taakuitvoering van de BOA’s in alle domeinen, wordt € 13 miljoen vrijgemaakt voor de capaciteit van BOA’s in de openbare ruimte. De € 13 miljoen loopt via het gemeentefonds, het resterende bedrag niet. In deze circulaire wordt dus het structurele deel van de € 13 miljoen verdeeld.

WOZ mutatie

Er is een bijzondere maatstaf welke in de algemene uitkering wordt gehanteerd, namelijk de WOZ-maatstaf. Deze maatstaf leidt namelijk tot een korting voor de gemeente op de inkomsten uit de algemene uitkering. Het Rijk gaat er namelijk vanuit dat gemeenten onroerend zaak belasting (ozb) heffen om zelf inkomsten te genereren. De ozb wordt geheven door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een eigen (door de Raad vastgesteld) tarief. Uitgangspunt welke het Rijk hanteert, kijkend naar draagkracht, is: hoe hoger de WOZ waarde, des te meer een gemeente in staat is om zelfstandig inkomsten te genereren. Met andere woorden, in een gemeente met veel dure woningen is er meer draagkracht om ozb-inkomsten te genereren dan in een gemeente met veel goedkope woningen.

Een maatstaf mag niet beïnvloedbaar zijn. Om die reden is er voor gekozen om niet de werkelijke ozb opbrengst van een gemeente als maatstaf voor de korting te hanteren (immers het tarief is beïnvloedbaar), maar hiervoor de WOZ waarde, vermenigvuldigd met een landelijk gemiddeld tarief (het rekentarief), te hanteren. Omdat de maatstaf tot een korting leidt, betekent bovenstaande dat een gemeente met een hoge WOZ waarde meer gekort wordt dan een gemeente met een lage WOZ waarde. Dit sluit aan bij het doel van de verdeling van het gemeentefonds, namelijk: “Elke gemeente is, gezien haar structurele omstandigheden, (globaal) in staat om, bij gelijke belastingdruk, een gelijkwaardig niveau van voorzieningen te realiseren”.

In de meicirculaire zijn de nieuwe landelijke rekentarieven bijgesteld voor woningen en niet-woningen. De rekentarieven worden aangepast om de gemiddelde prijsstijging te elimineren. Daarnaast is er voor Diemen ook een inschatting gemaakt van de gemiddelde prijsontwikkeling van woningen en niet-woningen en de nieuwe woningbouwprognose is verwerkt.

Stelpost Jeugdzorg

Door de toekenning van Rijksmiddelen voor 2023 kan de stelpost van € 1,5 miljoen in 2023 vervallen. In afwachting van de verder ontwikkelingen blijven de stelposten voor de jaren 2024 en verder gehandhaafd.

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf